Van Boxtstael is voor de twee keer actief als verzorger in de Gree-Tour of Guangxi. Volgens hem komt er voor het personeel van de ploeg veel meer bij kijken dan bij een doorsnee rondje in Europa. “Vooral het logistieke deel is best omslachtig. En dat begint al in eigen land. Niet alleen heeft iedereen een visum nodig, ook moeten lijsten ingevuld worden met alles wat in China wordt ingevoerd. Fietsen, wielen, voeding, al het andere materiaal. Alles, maar dan ook alles dat we meenemen moet tot in detail worden opgelijst.”

De goedlachse Belg vertelt in geuren en kleuren over het inladen van alle benodigde goederen. “We zijn beperkt in gewicht. Alles moet in vliegzakken en -dozen. Dus proberen we naar een minimum van materiaal te streven. Het is niet dat we hier, zoals in Europese wedstrijden, zomaar een lade kunnen opentrekken. Hoe meer gewicht, hoe groter de kostprijs. Ik schat dat wij ongeveer vijfduizend euro aan kosten hebben wat dat deel van de reis betreft.”

Voor Jumbo-Visma werden in totaal 33 bagagestuks ingescheept. “Veertien fietsen, vijf koelboxen en een aantal wiel- en bidonzakken. En onze eigen bagage uiteraard.”

Ter plaatse komt er dan nog veel meer bij kijken, vertelt Dimitri aan WielerFlits. “Hier spreekt amper iemand Engels. Dus heb je bij alles wat je doet een tolk nodig”, vertelt hij. “Een andere beperking: je mag hier als Europeaan niet met de wagen rijden. Dat maakt het er niet gemakkelijker op. Denk maar aan een eenvoudig winkelbezoek. Daarvoor moet je dus een chauffeur en een tolk regelen. Leuk extraatje: je kan hier in warenhuizen niet betalen met een Visa- of Mastercard. Dus moet je vooraf steeds weer zorgen dat je voldoende cash geld op zak hebt.”

Van Boxstael complementeert de organisatie van de Gree-Tour of Guangxi. “De organisatie doet zijn uiterste best om ons te helpen. En alles is strak geregeld. In 2012 was ik in Beijing. Dat was een ander verhaal. Hier slapen we in de betere hotels van Guangxi. De organisatie doet wat ze kan. Je moet dit zien als een avontuur.”

Creatief zijn is daarbij het toverwoord. Van Boxstael geeft als voorbeeld het doen van de was. “De meeste teams laten hun was doen in het hotel waar ze verblijven. ’s Avonds wordt de kledij afgegeven, ’s morgens krijg je die terug. Wij hebben bij onze aankomst in China voor honderdvijftig euro zelf een wasmachine gekocht. Het geeft ons wat extra vrijheid én na een paar dagen hebben we de investering terugverdiend.”

Hoe zit het met de maaltijden in China? De organisatie Wanda Sports gaf aan dat er geen zorgen gemaakt hoeven te worden. Team Jumbo-Visma neemt daar echter geen enkel risico in. Van Boxstael vervolgt: “Natuurlijk moeten we hier iets soepeler zijn dan in Europa. Maar we proberen toch zo strikt mogelijk onze eigen richtlijnen te volgen. Zo verbieden we onze renners Chinees vlees te eten. Het geval Contador, weet je nog? We hebben vanuit Nederland kip en tonijnfilet uit blik mee. Van de buffetten in de hotelrestaurants – hoe netjes ook – eten we alleen rijst, pasta en groenten’’, sluit de soigneur af.