Starten in zijn eerste grote ronde was een van de grote wensen van Kooij. Hij staat in mei aan de start van de Giro d’Italia als kopman, samen met Wout van Aert. Hij gaat er voor ritoverwinningen. “Ik kijk daar enorm naar uit, het is voor mij een echte uitdaging”, zegt Kooij. “Ik voel dat ik er klaar voor ben en ik ben blij dat ik namens het team de Giro mag rijden. De afgelopen seizoenen heb ik mooie resultaten kunnen halen en ik hoop dat te herhalen of het nog beter te doen. Een rit winnen in een grote ronde zou mooi zijn.”

Het duo Kooij-Van Aert liet in de Tour of Britain van 2023 met een reeks etappezeges en het binnenhalen van het eindklassement al zien wat het waard is. “We hebben nog maar weinig samen gekoerst, maar de keren dat we het deden ging het heel goed. Ik denk dat we elkaar goed aanvoelen en het is voor mij een luxe dat hij meegaat”, stelt Kooij. “Na het klassieke voorjaar gaan we kijken wie voor welke etappe kan gaan. We gaan met elkaar bespreken hoe het parcours eruitziet en wat het beste plan is.”

In de vlakke ritten zal Kooij met van Aert beschikken over een extreem sterke wagon in zijn sprinttrein. En ook de andere leden van die trein kunnen een hoog tempo aan. “Met Edoardo Affini en Jan Tratnik hebben we renners die precies weten hoe je een lead-out moet doen. Bovendien kan ik van hun ervaringen in grote rondes leren. Ik ga daar veel van opsteken.”

Via de Spaanse eendagswedstrijd in Almeria, de UAE-Tour en Parijs-Nice gaat Kooij in aanloop naar de Giro ook een aantal voorjaarsklassiekers rijden. “Het is mooi om al voldoende sprints te rijden in aanloop naar de Giro. Bovendien ben ik in Milaan-San Remo en Gent-Wevelgem benieuwd hoever ik kan komen. Dat soort wedstrijden zouden me moeten liggen. Wie weet kan ik meedoen voor de prijzen. Sowieso is onze klassieke kern heel breed en sterk.”

Sportief directeur Merijn Zeeman voorziet mooie uitdagingen voor zijn pupil: “Olav, Wout en Cian gaan hun kansen krijgen in de Giro. Ik denk dat we voor veel spektakel kunnen zorgen in Italië met deze ploeg. Niet voor een algemeen klassement gaan, is een andere aanpak dan afgelopen jaar en vergt een andere manier van koersen. Maar uiteraard willen we dit plan ook tot in de perfectie uitvoeren.”

Dat Kooij al een tijd lang bij de beste sprinters van de wereld hoort, is mede te danken aan de snelle ontwikkeling die hij binnen de ploeg heeft doorgemaakt. Kooij: “Het is mooi dat steeds meer jongens de overstap van ons Development Team naar de profploeg maken. Zo is het natuurlijk ook bij mij gegaan. Ik heb me kunnen ontwikkelen tot de renner die ik nu ben.”

Head of Development Robbert de Groot is het daarmee eens: ,,Het is prachtig om te zien dat jongens als Olav, maar ook Johannes Staune-Mittet en Per Strand Hagenes de stap hebben kunnen maken. Wij gaan als Development Team door op de ingeslagen weg, want het opleiden en afleveren van talentvolle renners, is en blijft altijd ons grote doel.”