Kooij kijkt uit naar eerste wedstrijden als prof
Op 1 juli maakt Olav Kooij de overstap naar het World Tour-team van Team Jumbo-Visma. Tot die tijd rijdt de jonge Numansdorper in het shirt van het Development Team. De negentienjarige renner kijkt uit naar het seizoen waarin zijn droom om profwielrenner te worden in vervulling gaat.
2020 was sportief een jaar waar het sprinttalent op voorhand voor had getekend. De Numansdorper wist maar liefst zes individuele overwinningen te behalen. “Afgelopen jaar was zeker wel geslaagd. Als sprinter kijk je toch naar het aantal overwinningen dat je gehaald hebt. Dat zegt natuurlijk niet alles, maar het is wel een belangrijke statistiek.”
Een seizoen in twee delen, zo ziet Kooij dit jaar wel een beetje. “Ik ben nog niet echt bezig met de periode na 1 juli. Momenteel focus ik me op mijn trainingen en de eerste wedstrijden die eraan komen. Na het Nederlands kampioenschap bij de beloften is het moment daar om de switch te maken.”
"Uiteindelijk heb ik de ambitie om de komende jaren door te groeien naar een sprinter die op World Tour-niveau wedstrijden kan winnen."
“Normaal gesproken had ik me in februari kunnen meten tussen de profs in de Ronde van Algarve. Dat zou een mooi moment zijn geweest om te kijken hoe dat ging. Het zou goed zijn geweest om in zo’n wedstrijd ervaring op te doen en veel te leren. Helaas is deze koers, en dus mijn seizoensstart, uitgesteld. Als alles volgens plan gaat, start ik mijn seizoen begin maart in Le Samyn."
"Uiteindelijk heb ik de ambitie om de komende jaren door te groeien naar een sprinter die op World Tour-niveau wedstrijden kan winnen. In de periode voor 1 juli zal ik voornamelijk in het shirt van het Development Team rijden. Tot die tijd wil ik me tonen in een klassieker, zoals Parijs-Roubaix voor beloften. Afgelopen jaar is dat soort koersen weggevallen. Mede daarom kijk ik er naar uit om me in deze wedstrijden te testen en te kijken wat ik er waard ben.”
“Ik hoop dat mijn transfer en ook de transfer van Gijs Leemreize een mooie stimulans zijn voor de andere jongens uit de opleidingsploeg. Het kan soms snel gaan. Verwacht had ik mijn overgang niet, maar dat maakt het niet minder mooi.”