Maarten Wynants zegt vaarwel na zeventien profjaren
Niemand in het peloton zal meer gehoopt hebben op het doorgaan van Parijs-Roubaix dan Maarten Wynants. Nu de kasseiklassieker verplaatst is naar de maand oktober, wordt de Ronde van Vlaanderen van aankomende zondag de laatste wedstrijd als beroepswielrenner voor de 38-jarige Belg.
“Dankzij mijn staat van dienst binnen de ploeg van Team Jumbo-Visma heb ik zelf mijn afscheid kunnen regisseren. Voor mij was al snel duidelijk dat dit na Parijs-Roubaix zou zijn”, vertelt Wynants in de Belgische krant Het Nieuwsblad. “Het is balen dat deze wedstrijd is verplaatst naar het najaar. Het is echter geen straf om nu afscheid te mogen nemen tijdens de Ronde van Vlaanderen. Een groot afscheidsfeest zit er niet in vanwege de coronasituatie, maar ik ben niet van plan mijn carrière als een nachtkaars te laten uitgaan. Het droomscenario? Wout van Aert tijdens de eerste 180 kilometer uit de wind houden en hem nadien op het hoogste podium zien staan wanneer ik over de streep bol in Oudenaarde. Dankzij de ontwikkeling van Wout heb ik mijn carrière nog met enkele jaren kunnen verlengen als wegkapitein. Het zou prachtig zijn wanneer hij zijn eerste kasseimonument kan winnen op de dag van mijn afscheid.”
"Het droomscenario? Wout van Aert op het hoogste podium zien staan wanneer ik over de streep bol in Oudenaarde."
Voldoening
De erelijst van Wynants loopt niet over van individuele overwinningen. “Ik heb snel ingezien dat je je eigen plaats moet kennen wanneer je de ambitie hebt om in het profwielrennen te overleven. Er zijn veel renners die wel een paar koersen hebben gewonnen, maar niet zo lang bij topploegen hebben kunnen rijden als ik. Ik had er meteen voor getekend als iemand mij vroeger had verteld dat ik zeventien seizoenen zou mogen rondkoersen in de wielrennerij. Ik heb voldoening gehaald uit mijn rol in het peloton.”
Hoogte- en dieptepunten
Hele diepe dalen heeft de Belgische coureur niet gekend, en daar is hij tot op de dag van vandaag dankbaar voor. “Afkloppen, maar ik ben gelukkig redelijk bespaard gebleven van pech. Eén keer was het wel prijs. In de zesde rit van de Tour van 2012 lag ik al na vijf kilometer tegen het asfalt. Toen ik recht kroop, reed er nog een renner tegen mij aan en ik kreeg amper lucht. Ik dacht meteen aan een klaplong. Ik vertelde dat tegen mijn ploegmaat Bram Tankink. Hij keek mij beduusd aan. Hij vertelde me dat ik met een klaplong niet meer op de fiets zou kunnen stappen. Toen ik na een helse tocht de finish had bereikt, besloot ik naar een ziekenhuis te gaan om het te laten nakijken. Uiteindelijk bleek dat ik drie gebroken ribben en een klaplong had opgelopen. Ik moest de dokter stellig beloven nooit meer op de fiets te stappen in zo’n situatie.”
Twee zeges uit de tijd bij zijn huidige ploeg zal Wynants niet snel vergeten. “In 2018 won Dylan Groenewegen Kuurne-Brussel-Kuurne. Ik was de enige overgebleven ploeggenoot en trok de sprint voor hem aan. Mijn aandeel was daardoor groot in die overwinning. Nooit was de ontlading echter groter dan in de tweede rit van de Ronde van Yorkshire in 2015. Het was al mei en we hadden met de ploeg nog steeds geen enkele koers gewonnen, totdat Moreno Hofland de ban brak. De tijden veranderen, tegenwoordig is het winnen van grote koersen in deze ploeg een deel van het plan geworden.”
"Ik geef mijn carrière een acht op tien. Voor een negen had ik dan toch een koers moeten winnen."
Toekomst
Stilzitten is er voor Wynants niet bij. Direct na zijn afscheid als coureur treed hij in functie als ploegleider van Team Jumbo-Visma. “Ik ben nog lang niet uitgekeken op de koers en vind het fijn dat ik mijn ervaringen binnenkort kan doorgeven. Mijn debuut zal in de Giro d’Italia zijn. Dat is al over anderhalve maand. Ik mag dan drie weken lang de fijne kneepjes van het vak ondervinden. Eén keer eerder heb ik al achter het stuur van de volgwagen gezeten. Dat was tijdens de tijdrit van de Hammer Series in Noorwegen in 2019. We wonnen die tijdrit. Een honderd procent score, dat kun je gerust een goede statistiek noemen.”
“Ik geef mijn rennerscarrière een acht op tien. Voor een negen, had ik dan misschien toch een koers moeten winnen”, besluit Wynants.