Hoe zou jij deze Tourzege omschrijven? Een mijlpaal voor het team?
“Dit is onze tiende Tour de France als Blanco Pro Cycling Team. Ik zou het zeker als mijlpaal omschrijven. We zijn als Blanco begonnen om het wielrennen terug te geven aan de fans. Ik denk dat wij deze Tour samen met de concurrentie een mooie strijd hebben geleverd. De fans hebben weer op de banken kunnen staan. Dat wij met deze drie truien naar huis gaan, betekent dat we onze doelstellingen en dromen waar kunnen maken. Het gestelde doel om geel en groen te winnen valt zelfs beter uit. De bollen en de etappezeges komen daar nog bij.”

Tien jaar Blanco. Dat is de start van jouw project. Wanneer kwam het idee op dat de eindzege in de Tour een doel is? Begon dat al tien jaar geleden of bijvoorbeeld pas halverwege het project?
“De eerste jaren waren overleven. Het belangrijkste punt was toen om ervoor te zorgen dat we er nog waren als team. Nadien hebben we dankzij de familie Van Eerd van Jumbo Supermarkten de basis kunnen leggen voor een langetermijnvisie. Dat was rond 2016 en met de komst van Visma in de winter van 2018 hebben we nog een versnelling kunnen inzetten. Vanaf die jaren hebben we de droom geformuleerd. We hebben toentertijd gezegd dat we in 2020 op het podium in de Tour wilden staan. Dat haalden we al in 2019. Toen zijn we weer verder gaan kijken en hebben we nieuwe doelen gesteld. Dat was het moment dat we zeiden: we willen de Tour winnen. Dat is nu gelukt.”

Je hebt een paar jaar geleden de term ‘totaalwielrennen’ gebruikt voor deze ploeg. Is dat iets wat je deze Tour ervaren hebt en een doel op zich is?
“Ik heb in de winter een interview aan L’Équipe gegeven. Daar heb ik gezegd dat ik het mooi zou vinden om een analoog te creëren voor het Nederlandse totaalvoetbal. Dat is namelijk zeer aansprekend voor de fans. Ik denk dat we deze Tour wel kunnen spreken van totaalwielrennen. Een voorbeeld daarvan is Wout van Aert, maar ook Christophe Laporte, Jonas Vingegaard en alle anderen die daar een grote bijdrage aan hebben geleverd. Vergeet Primoz Roglic niet, die iedereen een geweldige dag heeft bezorgd tijdens de rit naar de Col du Granon. Voor ons was dat een schitterend resultaat, maar het was ook mooi voor de fans in het algemeen. Het was een fantastische etappe. Ik denk dus dat we geslaagd in het neerzetten van totaalwielrennen. Dat vind ik minstens zo belangrijk. We zijn met Blanco gestart in de lastigste periode in het wielrennen. Toen wilde ik wat teruggeven aan de fans en ervoor zorgen dat zij weer gingen genieten. Ik denk dat dat in de afgelopen jaren, met dit als hoogtepunt, wel gelukt is.”

We hebben veel mensen horen zeggen dat dit de mooiste Tour in decennia was.
“Dat is de bevestiging van wat ik net zei. Ik zou het mooi vinden als de mensen op deze manier terugkijken. Zo moet wielrennen zijn. Ook hulde voor Tadej Pogacar. Hij bleef aanvallen, net als wij. Dat is het mooie van deze generatie wielrenners. Ze vliegen erin. Wout van Aert, Julian Alaphilippe en Mathieu van der Poel vallen daar ook onder. Het is een generatie die maar blijft aanvallen en er één groot feest van maakt voor de wielerliefhebber, waar ik er uiteraard ook een van ben.”

Mag je de Tourzege ook zien als een soort afsluiting? De vraag is dan eigenlijk: wat nu?
“Nee, dit is het begin. Natuurlijk willen we door. We hebben nu het hoogst haalbare bereikt en het zou mooi zijn als we dit vaker kunnen doen. Voor mij begint komende maandag de Tour van volgend jaar en het plan voor de jaren daarna. Ik denk dat daar nog veel meer moois bij hoort.”

Je hebt ook weleens gezegd dat je structureel de beste ploeg van de wereld wil zijn.
“Ik heb inderdaad in 2020 gezegd dat men in vijf jaar, in 2025, zou moeten stellen dat Team Jumbo-Visma de afgelopen jaren dé beste ploeg van de wereld was. Feitelijk betekent dat de nummer één van de World Tour-ranking, maar dat is een getal. Het gevoel bij de mensen zou moeten zijn dat wij een gave ploeg waren die alles wonnen en overal de strijd aangingen. Ik zou het heel mooi vinden als fans dat gevoel hebben en ons op basis daarvan de beste ploeg vinden.”

Dat heb je gezegd in 2020. Als je nu een tussenbalans moet opmaken, hoe zie je dat dan?
“Dan denk ik dat we op de goede weg zijn. Waarschijnlijk staan we na deze Tour weer bovenaan in de ploegenranking.”

En maandag begint de toekomst.
“Ja, dan beginnen de planningen. Ik wil dromen met een deadline, dus ik wil met iedereen uit de ploeg de dromen weer op papier zetten en daarna vaststellen wanneer we dat willen behalen.”

Nog een woordje over deze Tour de France. Hoe kijk je terug op de afgelopen weken?
“We waren bijna een jaar bezig met het voorbereiden van deze Tour de France. We hebben alles tot in de puntjes voorbereid. Als ik zie hoe al deze plannen en scenario’s zijn uitgevoerd door de renners, dan kan ik het meest genieten van dat proces. Daar krijg ik tranen van in mijn ogen. De winst is natuurlijk mooi en daar doen we het voor, maar ik krijg vooral kippenvel van wat bijvoorbeeld Primoz Roglic voor Jonas Vingegaard deed in de rit waar Jonas geel veroverde. Dat proces vind ik wielrennen en het was zo prachtig om te zien. De etappe naar de Col du Granon was het ultieme bewijs dat we met vroeg bedachte plannen tot een goede resultaten kunnen komen.”

Is er nog iets wat we specifiek benoemd moet worden in de aftermath van de Tour?
“Dat het allemaal begonnen is met de komst van Karel van Eerd, Ton van Veen en Robert van de Wallen. Zij stonden aan de basis. Bovendien de enorme betrokkenheid van de mensen binnen deze organisatie. Dat komt bijvoorbeeld tot uiting in de kasseirit en de heetste dagen in deze Tour, waar talloze mensen zich aanmelden om bidons en reservewielen aan te geven. Het is prachtig dat de mensen in de organisatie er zó voor gaan.”

De betrokkenheid van de mensen is ook de basis van het succes?
“Jazeker. Hulde aan Merijn Zeeman die iedereen zo betrokken houdt bij het proces. Daarmee zorgt hij ervoor dat iedereen bij het proces betrokken wíl zijn en zijn of haar steentje bijdraagt. Die betrokkenheid is super.”