Even voorstellen: Lars Boven
Development Team Jumbo-Visma stelt wekelijks de jonge talenten voor die volgend jaar deel uitmaken van de opleidingsploeg van Team Jumbo-Visma. Lars Boven finishte gisteren op de zevende plek op het wereldkampioenschap tijdrijden voor junioren. Daarnaast werd Boven afgelopen jaar derde in de junioreneditie van Parijs Roubaix en veroverde hij het rood-wit-blauw op het Nederlands kampioenschap tijdrijden voor junioren. De tweedejaars junior uit Reutem zal aanstaande zaterdag van start gaan in de wegrit op het WK U19 in Yorkshire.
Als je niet op de fiets zit, wat doe je dan?
“Naast het fietsen studeer ik bouwkunde. Ik zit pas in het eerste jaar, terwijl de opleiding vier jaar duurt. Ik ben dus nog wel even bezig met mijn studie.”
Mijn favoriete profkoers is?
“Dat is zonder twijfel Parijs-Roubaix. Het is een zware koers door al die kasseien. Afgelopen jaar reed ik daar ook goed in de koers voor de junioren. Ik werd daar derde.”
Wat is het mooiste moment dat je beleefd hebt op de fiets?
“Afgelopen juni toen ik het Nederlands kampioenschap tijdrijden won. Dat was een hele mooie overwinning, die ik niet had verwacht. Ik wist vooraf niet wat mijn niveau zou zijn, aangezien ik nog geen tijdrit had gereden tegen alle renners uit Nederland. Achteraf bleek mijn tijd goed genoeg voor de driekleur.”
Welke renner zie je als voorbeeld?
“Ik heb niet één specifieke renner als voorbeeld. Ik hou van renners die aanvallen. Die stijl hanteer ik zelf ook graag in de koersen die ik rijd.”
Naar welke muziek luister je het liefst tijdens de warming-up voor een tijdrit?
“Een favoriete artiest heb ik niet, maar ik luister graag naar rap en hiphop. Zeker voor een tijdrit vind ik dat leuk om naar te luisteren.”
Als je niet naar wielrennen kijkt op tv, waar kijk je dan graag naar?
“Dan kijk ik vooral Netflix. Momenteel is er geen serie die ik volg. Vaak kijk ik dan een film of iets dergelijks.”
Wat zijn je verwachtingen voor aankomend seizoen?
“Ik ga het seizoen in met lage sportieve verwachtingen. Het zal wennen zijn het eerste jaar. Oudere tegenstanders, langere afstanden. Dat zal even aanpassen zijn.”