Even voorstellen: Olav Kooij
Olav Kooij kende een succesvol 2019. De jonge renner uit Numansdorp won onder meer drie etappes in de Zuid-Koreaanse etappekoers Tour de DMZ. De aanwinst van Jumbo-Visma Development Team hoopt in het nieuwe wielerseizoen wederom van zich te kunnen laten horen.
Waar ben je zoal mee bezig als je niet op de fiets zit?
“Ik ben momenteel bezig om mijn VWO af te ronden. Er staan nog drie vakken open. Daarna weet ik nog niet wat ik wil gaan doen. Ik ben mezelf nog aan het oriënteren op dat gebied.”
Welke renner zie je als voorbeeld?
“Dylan Groenewegen vind ik een mooie renner. Hij heeft een supersterke sprint, daar geniet ik van. Ik kan ook wel kijken naar een type Sagan, een alleskunner.”
Hoe kijk je terug op je juniorentijd?
“Dat zijn mooie jaren geweest. Toen ik overkwam van de nieuwelingen, ging het eigenlijk best goed. In mijn eerste jaar als junior won ik negen koersen, waaronder een aantal Nederlandse klassiekers. Als tweedejaars junior heb ik die goede lijn aardig door weten te zetten. Volgens mij won ik afgelopen jaar tien koersen. Ook hier zat een aantal mooie klassiekers tussen.”
"Het zal natuurlijk flink afzien worden, maar ik ben benieuwd wat ik kan in mijn eerste jaar bij de beloften"
Afgelopen seizoen won je maar liefst drie van de vijf etappes in de Tour de DMZ in Zuid-Korea. Hoe heb je deze wedstrijd ervaren?
“Het was allereerst een mooi avontuur. Met mijn club Willebrord Wil Vooruit gingen we richting Zuid-Korea. Koersen in de DMZ-zone was een heel vette ervaring. Een wedstrijd in die regio maak je natuurlijk niet zo vaak mee. Dat ik dan ook nog drie etappes wist te winnen, maakte het avontuur compleet.”
Je hebt in het verleden ook op het ijs gestaan. Doe je dat nog steeds?
“Momenteel schaats ik minder vaak, maar de afgelopen jaren deed ik dat geregeld. Dit deed ik in combinatie met wielrennen. Op de schaats reed ik veel belangrijke wedstrijden, waaronder de nationale kampioenschappen. Omdat het wielrennen steeds intensiever werd, heb ik besloten me minder op het schaatsen te focussen. Ik train nog wel zo’n twee keer per week op het ijs in de winter, maar ik rijd bijna geen wedstrijden meer. Het fietsen staat nu op één.”
Wat verwacht je van het aankomende seizoen?
“Ik hoop vooral veel te leren. Het zal natuurlijk flink afzien worden, maar ik ben benieuwd wat ik kan in mijn eerste jaar bij de beloften. Specifieke verwachtingen heb ik nog niet. Toch hoop ik hier en daar iets moois te laten zien.”