De valpartij teveel voor Primoz Roglic, al gloort er hoop op een veiligere koers
Thuis, bij vrouw en kind, verbijt Primoz Roglic de pijn. Fysiek, want de Sloveen smakte op sprintsnelheid hard tegen het asfalt in rit 16 van de Vuelta a España. Mentaal ook, want opnieuw moest Roglic een grote ronde verlaten met gekneusde en bebloede ledematen. Dat betekende een abrupt einde van zijn doel om als eerste renner vier keer op rij de Vuelta te winnen. Maar meer nog dan dat doet vooral de manier wáárop de Olympisch kampioen tijdrijden pijn.
“Dit was niet oké”, doelt de renner van Team Jumbo-Visma op de aanrijding met Fred Wright, die vierde werd. “Dit zou niet moeten gebeuren”, oordeelt hij. “Er wordt snel weer overheen gestapt en we gaan over tot de orde van de dag. Voor mij geldt dat niet. Dit is niet de manier waarop ik wil dat de sport verder gaat en dat signaal wil ik afgeven.”
Deze morgen voelde de drievoudig winnaar van de Ronde van Spanje zich ‘iets beter’. Of er voor hem nog een vervolg van het seizoen in zit, durfde hij niet te zeggen. “Ik kan een klein beetje lopen. Daar ben ik voor het moment al blij mee. Na de val kostte het me tijd om dingen op een rijtje te zetten. Ik vroeg me af: hoe kan dit? Mijn conclusie is dat hoe deze valpartij gebeurde niet acceptabel is. Niet iedereen heeft dat goed gezien. De waarheid is dat de val niet werd veroorzaakt door een slechte weg of door een gebrekkige veiligheid, maar door het gedrag van een renner. Ik heb geen ogen in mijn rug, anders had ik me breed gemaakt. Wright kwam van achter en reed het stuur uit mijn handen voordat ik het wist.”
"Na de val kostte het me tijd om dingen op een rijtje te zetten"
Het relaas van Roglic is relevant in een bredere context: die van de koersveiligheid. Deze week was Richard Plugge, directeur van Jumbo-Visma en thans ook voorzitter van de AIGCP (vereniging die de belangen van de teams behartigt), bij de UCI in Aigle, en daar stond het onderwerp hoog op de agenda. Plugge stond aan de basis van de ‘safety working group’, die is ingesteld na het vreselijke incident met Fabio Jakobsen en Dylan Groenewegen in Polen. De werkgroep boekt stapje voor stapje progressie ten faveure van veiligere koersomstandigheden.
Een volgende stap voor de UCI en de overige stakeholders is dat per 2023 één of meerdere professionele experts moeten worden aangesteld om het veiligheidsmanagement van om te beginnen de WorldTour te organiseren. Eén van de facetten waarmee zij aan de slag moeten is het koersgedrag.
"Ik ben blij dat Primoz zich uitspreekt"
Plugge: “Er is onderzoek gedaan naar tal van wedstrijdincidenten. Die zijn in een database in kaart gebracht, waarbij de oorzaken gecategoriseerd zijn. Obstakels, bijvoorbeeld. Maar ook ‘eigen schuld renner’ of ‘schuld andere renner’. Terecht hebben we de mond vol over onveilige punten in een parcours, zoals de drempel in Burgos, maar uit onderzoek blijkt dat in ongeveer de helft van de gevallen het koersgedrag van de renners debet is aan een valpartij. Niet remmen, maar doorduwen bijvoorbeeld. Het verbaast me niet, want elke renner heeft de wil om te winnen. Ik zou willen zeggen: rem en gebruik je verstand. Dat vraagt om een gedragsverandering, gedreven door bewustwording en een consistente jurering. Vlak na het ongeval in Polen ging het in Milaan-Sanremo ook bijna fout voor plek drie en vier. Gelukkig liep dat goed af, maar het gedrag bleef daarom onbestraft. Dat moet goed worden aangepakt.”
Plugge stelt een bijzonder fenomeen vast. “Tien jaar geleden luidden de oudere renners de alarmbel omdat de jongeren minder respect toonden en onverantwoorde risico’s namen en zich overal doorheen duwden. Die jongeren van toen zijn de ouderen van nu. Maar je hoort nog steeds dezelfde discussie, terwijl we een generatie verder zijn. Dat moet dus veranderen. Ik ben blij dat Primoz zich uitspreekt, in de spiegel kijkt en het gedrag van renners ook benoemt.”