In een volledig wit decor wordt de horizon duidelijk gemarkeerd door een rij dennenbomen. Sneeuw op de grond en een lucht die in exact dezelfde tint kleurt. Links zakt iemand op langlaufski’s weg in de diepe sneeuw. Op het pad botsen drie andere jeugdige atleten op ski’s tegen elkaar aan, om vervolgens onder luid gelach van de omstaanders neer te vallen.

Terwijl de meeste wielerploegen zich in december in de Spaanse zon op de fiets voorbereiden op het nieuwe seizoen, zoekt het Jumbo-Visma Development Team al sinds de oprichting in 2020 de Noorse sneeuw op. “Het is prachtig hier he”, zegt Head of Development Robbert de Groot, terwijl hij de cabins laat zien waarin de renners en begeleiders tien dagen verblijven.

De Groot is, net als de renners van de ploeg, enthousiast over het jaarlijkse trainingskamp in de kou. Volgens hem is het een perfecte manier om een hechte ploeg te smeden en elkaar goed te leren kennen. “Langlaufen is een activiteit die fysiek dicht bij fietsen staat, maar voor de meeste renners wel nieuw is”, legt De Groot uit. “Wanneer je iets niet kent, moet je je daarin verdiepen en je erin vastbijten om het te leren. Dat moeten ze hier bovendien samen doen. Het is heel interessant om te zien hoe ze met die situatie omgaan. Sommigen komen hier nu al voor de vierde keer, zij hebben uiteraard een betere techniek en moeten de nieuwe jongens helpen. Hetzelfde geldt voor iemand als Jørgen Nordhagen, die deze winter nog gaat meedoen aan het WK langlaufen. Het creëert zo’n hechte band om hier zo lang te zitten met elkaar in een situatie waarbij eigenlijk iedereen uit zijn comfortzone is.”

Maar het kamp is meer dan alleen een teambuilding. Met twee chefs wordt er uitgebreid gewerkt aan de kennis over voeding van de jonge talenten. “Eten is zo belangrijk”, beseft eerstejaars belofte Matthew Brennan. Hij is voor het eerst mee naar Noorwegen. “Ik heb veel ideeën opgedaan voor gerechten die ik zelf thuis kan maken en wat ik tijdens en rondom trainingen kan eten. We koken hier zelf en leren echt hoe we voedzame maar ook lekkere gerechten kunnen maken. Ik vind dat heel waardevol.”

En dat er stevig getraind wordt, mag ook duidelijk zijn. “Natuurlijk vroeg ik me vorig jaar, toen ik voor het eerst meeging, af of ik wel twee weken training kon missen in deze fase van de voorbereiding”, zegt Huising. “Maar toen ik bij terugkeer op de fiets stapte, merkte ik dat ik niets verloren was en zelfs sterker was geworden. Je bent hier echt wel aan het trainen hoor, ook al zit je niet op de fiets. Daarnaast maakt het je mentaal ook frisser om eens iets anders te doen.”

De Groot: “De renners zitten al zoveel op de fiets, het is goed om eens iets anders te doen. Voor dit trainingskamp hebben ze veel gefietst en dat gaan ze hierna ook doen. Ondertussen doen ze een ervaring op die ze nooit meer vergeten.” Dat laatste beaamt Brennan: “Dit is niet iets wat ik normaal zou gaan doen, maar ik vind het een prachtige ervaring. Je krijgt echt een inzicht in een andere cultuur. Natuurlijk wist ik wel dat Jørgen dit doet als sport, maar nu zie je wat die langlaufwereld echt inhoudt. Ik vind dat best indrukwekkend.”