Het Grand Départ in Denemarken belooft een spektakel te worden. De renners starten op de openingsdag met een tijdrit van 13,2 kilometer door de straten van de grootste stad van het Scandinavische land. Etappe twee en drie voeren de renners eveneens over Deens grondgebied. Na de eerste rustdag en de verplaatsing naar Frankrijk wacht de coureurs in de eerste week onder meer een rit over de Noord-Franse kasseien, enkele heuvelritten en een rit naar La Planche des Belles Filles.

“De openingstijdrit is direct een van mijn hoofddoelen”, vertelt Wout van Aert. “Ik kijk ernaar uit om te starten in Denemarken. Het is een technisch parcours met zeker op het eind een aantal bochten. Dat moet mij normaal gezien goed liggen. Naast de eerste gele trui wil ik ook strijden voor het groen in Parijs. Daar krijg ik van de ploeg de ruimte voor. In de eerste week zie ik nog een aantal kansen, zowel voor het winnen van een rit als voor het sprokkelen van punten. De afgelopen jaren heb ik bewezen van meerdere markten thuis te zijn. Uiteraard draag ik ook mijn steentje bij aan het behalen van het grote doel van de ploeg.”

Daarmee doelt Van Aert op de gele droom van Team Jumbo-Visma. De ploeg heeft voor het algemeen klassement met Primoz Roglic en Jonas Vingegaard twee ijzers in het vuur. “Het kriebelt ieder jaar weer als deze wedstrijd op het punt van beginnen staat”, zegt Roglic. “We starten met een sterk team waarin iedere renner zijn eigen specifieke kwaliteiten heeft. In de eerste week krijgen we gelijk een aantal pittige etappes voor de kiezen. Het is zaak om die zonder kleerscheuren te overleven. We staan goed voorbereid aan de start.”

Vingegaard begint vrijdag in zijn thuisland aan zijn tweede Tour. “Het is voor mij extra speciaal dat de ronde in Denemarken start. Dit jaar kom ik in een totaal andere rol naar deze wedstrijd. Ik zie dat niet als een extra last op mijn schouders. In de eerste week kunnen een hoop stressvolle dingen gebeuren. Met de ploeg die we hebben ben ik ervan overtuigd dat we die zonder problemen kunnen doorstaan.”

In week twee trekt het peloton richting de Franse Alpen, met de koninginnenrit richting Alpe d’Huez als absolute blikvanger. Team Jumbo-Visma verbleef de afgelopen periode in Tignes om enkele etappes tot in de puntjes voor te bereiden. “We hebben een goed laatste trainingsblok achter de rug. Onze kopmannen staan scherp aan de start”, klinkt het bij monde van ploegleider Grischa Niermann. De Duitser steekt niet onder stoelen of banken dat zijn ploeg de nodige ambitites heeft voor de Franse drieweekse ronde. “Het winnen van de gele en de groene trui. Met zo’n sterk team als dit moeten we op meerdere fronten kunnen meestrijden”, spreekt Niermann overtuigd.

“Primoz en ik zijn hele goede vrienden. De afgelopen weken hebben we in Tignes veel met elkaar opgetrokken”, vertelt Vingegaard. “Ook naast de fiets doen we een hoop samen. Onze families kunnen het goed met elkaar vinden. We genieten van onze tijd samen. Die chemie zorgt ervoor dat we ook in de koers goed met elkaar kunnen samenwerken.”

Roglic bevestigt de nauwe band tussen hem en zijn Deense medekopman. “Jonas en ik maken elkaar heel veel sterker. Met dat gegeven én het feit dat we beschikken over zes andere sterke renners in het achterhoofd, beginnen we met veel vertrouwen aan deze wedstrijd. Vanaf het eerste startschot draait het maar om een ding: de koers.”

In de slotweek staan meerdere etappes in de Pyreneeën op het programma. Zo wordt er onder meer gefinisht bovenop Hautacam en Peyragudes. Op dag twintig wacht de renners een tijdrit over meer dan veertig kilometer. “Parcourskennis is heel belangrijk. We zijn al in december gestart met het verkennen van enkele ritten”, zegt Niermann. “We zijn onderweg niet bang voor eventuele schade of pech. Met de voorbereiding die we achter de rug hebben geloven we in eigen kunnen. We zullen zien hoe we er in de slotweek voorstaan. We hebben iedereen in het team nodig om de doelen van de ploeg te bereiken.”

Van Aert, Roglic en Vingegaard zijn het daar unaniem over eens. “De doelen van de ploeg zijn duidelijk. Wanneer we gezamenlijk de kwaliteiten van ieder individu benutten hebben we een kans die doelen te bereiken. We hebben een goed plan. Hopelijk kunnen we daarmee de gewenste successen bereiken. We zijn klaar om de concurrentie het vuur aan de schenen te leggen.”