Voorafgaand aan de profwedstrijd werkten de beloften hun Parijs-Roubaix af. De renners vertrokken in Le Cateau en Cambrésis voor een rit van 164 kilometers. Onderweg moesten er 24 kasseistroken afgewerkt worden. Na een dag in de voorste gelederen reed Huising als elfde over de aankomstlijn in de velodroom van Roubaix.

“Het was een typische editie van Parijs-Roubaix”, stelt Huising na afloop. “Vanaf de eerste kasseistrook heerste er chaos. Het was zaak om de kalmte te bewaren, wat ik ook deed. Uiteindelijk kwam ik met Colby en Dario in de achtervolgende groep achter de drie leiders te zitten. Zowel Colby als Dario kenden pech, waardoor ik er als enige Team Visma | Lease a Bike Development-renner overbleef. Met nog vier kilometer te gaan probeerde ik nog een solo-achtervolging op de leiders, maar net voor de velodroom werd ik bijgehaald. Sprinten voor de vierde plek zat er helaas niet meer in.”

Ploegleider Maarten Wynants, die als profrenner twaalf keer aan de start stond van de klassieker, blikt terug op een leerrijke dag voor zijn belofterenners. “We waren goed vertegenwoordigd in de kop van de wedstrijd, maar we kenden jammer genoeg een pechdag. Menno bleef gelukkig gespaard, wat resulteerde in een mooie ereplaats.”

“Een goed resultaat behalen is altijd mooi meegenomen, maar in wedstrijden als dit primeert toch vooral de ervaring die de jongens opdoen”, vervolgt de Belg. “We hadden ze goed voorbereid op deze Parijs-Roubaix. In januari verkenden we de laatste honderd kilometers. Afgelopen week verkenden we de eerste stroken, die er glad bij lagen. Daarnaast probeerden we hen tips mee te geven qua materiaal en bandendruk.”

“Een wedstrijd als Parijs-Roubaix rijden is enorm belangrijk tijdens de ontwikkeling van de renners. Sommige jongens worden op deze manier klaargestoomd om in de toekomst kasseiklassiekers te betwisten. Andere renners zullen dan weer kasseiwedstrijden tegenkomen in rittenkoersen”, besluit hij.