Voor de 105e editie van de Italiaanse rittenkoers streek de wielerkaravaan neer in Boedapest, waar de renners kort na het middaguur vertrokken voor een koers van 195 kilometer. Meteen na het startschot kozen twee Italiaanse teamgenoten het hazenpad. Het duo zag de voorsprong rap oplopen tot meer dan tien minuten, maar onder aanvoering van enkele sprintploegen werd het gat net zo snel weer gedicht.

In de laatste heuvelachtige kilometers van deze etappe probeerden meerdere renners met een ultieme aanval het peloton te verrassen. Daarin slaagde echter niemand, waarna een machtssprint moest bepalen wie er met de dagzege vandoor zou gaan. Dat bleek een kolfje naar de hand van Mathieu van der Poel, die morgen in de roze leiderstrui mag starten.

Tom Dumoulin, Tobias Foss en Sam Oomen eindigden op vier seconden in een grote groep daarachter. "Dit was een goede en rustige eerste dag", constateert ploegleider Marc Reef. "Tom en Sam zaten aan de voet van de klim goed gepositioneerd, terwijl Tobias net achter een val zat. Met de hulp van Edo kon hij terugkomen. Uiteindelijk eindigden alle klassementsmannen rond dezelfde plek bij elkaar."

Morgen staat er een individuele tijdrit van ruim negen kilometer op het programma. "Het wordt een bijzondere dag. Met Tom hebben we iemand die mee kan doen om de ritzege en ook Tobias heeft bewezen een goede tijdrit te kunnen rijden. Voor Sam is het zaak om een zo goed mogelijke tijdrit te rijden en de schade zoveel mogelijk zien te beperken."

Dumoulin hield een goed gevoel over aan de eerste dag. "Het was een saaie, langzame rit met zoals verwacht een heftige finale. Op de slotklim schommelde ik rond plek dertig en dat was prima voor mij", aldus de voormalig Giro-winnaar.