Team Visma | Lease a Bike speelt geen grote rol in zeventiende Vuelta-etappe
Team Visma | Lease a Bike hield zich op de achtergrond in de zeventiende rit in de Ronde van Spanje. De renners van de geel-zwarte formatie bereikten de streep zonder kleerscheuren. In een massasprint bleek Kaden Groves de snelste.
Na de onfortuinlijke valpartij van Wout van Aert gisteren, stond Team Visma | Lease a Bike met vijf renners aan de start. Na onderzoek in het ziekenhuis bleek dat Van Aert geen breuken opliep, al heeft hij een diepe wonde aan de knie. De 29-jarige Belg is inmiddels teruggekeerd naar België om verder te revalideren.
Ploegleider Grischa Niermann betreurt de opgave van Van Aert, maar hij blijft strijdvaardig. “Het is een grote deceptie voor de ploeg om Wout te verliezen. De drie ritzeges pakken ze ons alvast niet meer af. Het doel om in het groen en in de bollen op het podium in Madrid te staan, is helaas weg. Onze Vuelta draaide mede rondom Wout, die in topvorm was. Het is nu aan ons om de knop om te draaien, want er liggen zeker nog kansen deze Vuelta. Sepp Kuss staat dicht bij een plaats in de top tien van het algemeen klassement. Ook een ritzege is nog mogelijk, al was dat vandaag niet aan de orde.”
Het peloton vertrok in Arnuero voor 141 kilometer met onderweg twee beklimmingen. Het laatste deel van de rit was voornamelijk vlak. Al vroeg in de etappe vormden vier renners de vroege vlucht. Pas in de slotkilometers werd het viertal ingerekend door het peloton, dat zich opmaakte voor een massaspurt in een uitgeregend Santander. De winst was voor Groves. Edoardo Affini was als twintigste de bestgeplaatste Team Visma | Lease a Bike renner.
“De regen maakte de etappe lastig”, blikt Niermann terug. “De ploegen die nog een sprinter in de ploeg hadden, wilden graag een massaspurt. Het was een verraderlijke etappe met enkele steile beklimmingen en moeilijke afdalingen. Ook de rotondes en de vele bochten, in combinatie met een nat wegdek, maakten het delicaat. Voor ons was het vooral belangrijk dat we deze dag zo goed mogelijk doorkwamen. Op naar morgen.”