Van Aert en Affini dicht bij overwinning in openingstijdrit Vuelta a España
Wout van Aert en Edoardo Affini kwamen slechts enkele seconden tekort voor de winst in de openingstijdrit van de Vuelta a España in Lissabon. De Team Visma | Lease a Bike-renners eindigden als derde en vijfde, op slechts enkele seconden van ritwinnaar Brandon McNulty. Titelverdediger Sepp Kuss beperkte de schade.
Lissabon was het decor van de start van de 79ste Ronde van Spanje. De laatste grote ronde van het seizoen startte met een twaalf kilometer lange individuele tijdrit langs de kustlijn van de Portugese hoofdstad.
Het was niet lang wachten voor de eerste toptijd aan de streep. Affini, bewust vroeg gestart, wist direct een scherpe tijd neer te zetten. De 28-jarige Italiaanse tijdritspecialist van Team Visma | Lease a Bike zat lange tijd in de hot seat. Hij werd uiteindelijk vijfde in de rituitslag, op acht seconden van McNulty. “Het parcours was niet technisch, maar de zijwind speelde een grote rol vandaag. Het was met momenten moeilijk om de fiets in positie te houden. Persoonlijk ben ik zeer tevreden met mijn prestatie vandaag.”
"Ik kan blij zijn met de tijdrit die ik reed"
Ondertussen mocht ook titelverdediger Sepp Kuss zijn race tegen de klok afwerken. De 29-jarige Amerikaan – die vorige week nog de Vuelta a Burgos op zijn naam wist te schrijven – verloor uiteindelijk 53 seconden ten opzichte van zijn landgenoot. “Een tijdrit als opener van een grote ronde is altijd pijnlijk”, zegt Kuss na afloop. “Dit was alvast een goede opwarming voor wat er nog zit aan te komen de komende weken. Ik ben er vol voor gegaan. Ik kan blij zijn met de tijdrit die ik reed.”
De laatste renner die het startpodium verliet was Wout van Aert. De winnaar van de bronzen medaille in de Olympische tijdrit wist de snelste tijd neer te zetten aan het tussenpunt, maar richting het einde verloor de Belg enkele seconden. “Ik ben niet helemaal tevreden. Ik voelde me goed, maar niet super. Het begon al snel pijn te doen, waarna het een lange weg was naar de finish. Ik werd derde, daar kan ik de komende dagen op verder bouwen.”