Van Aert erkent strijdend zijn meerdere in Ronde van Vlaanderen
Wout van Aert is in de Ronde van Vlaanderen als vierde geëindigd. De Belgische kopman van Team Jumbo-Visma roerde zich meerdere malen in de strijd om de zege, maar moest uiteindelijk op de laatste beklimming van de Kruisberg zijn meerdere erkennen in de concurrentie. Tadej Pogacar won de koers door solo aan te komen in Oudenaarde.
Al vroeg in de wedstrijd werden de favorieten wakker geschud. In de razendsnelle openingsfase ging het peloton even op de kant, waarbij de troepen van Team Jumbo-Visma alert bleken. Op ruim 140 kilometer van de finish veroorzaakte een massale valpartij de nodige slachtoffers in het peloton. Onder meer Van Aert en Edoardo Affini katapulteerden van hun fiets. De Belg hield er een bezeerde linkerknie aan over, maar kon zijn weg snel vervolgen.
Nathan Van Hooydonck was de eerste renner van Team Jumbo-Visma die het offensief koos. Hij reed in een sterke groep naar de kop van de koers. In de achtergrond versnelden de absolute kopstukken op de tweede beklimming van de Oude Kwaremont, waarna er na enige tijd een elitegroepje ontstond dat bestond uit Van Aert, Pogacar en Mathieu van der Poel en aanvankelijk ook Tom Pidcock en Christophe Laporte.
Op de laatste beklimming van de Kruisberg was het Van der Poel die de knuppel in het hoenderhok gooide. Van Aert moest een gaatje laten en had het na enkele ferme inspanningen zichtbaar lastig. Van Hooydonck liet zich uitzakken, dichtte het gat voor Van Aert richting de kop van de koers, maar de winnaar van de E3 Saxo Classic was niet meer bij machte om de versnellingen van onder meer Pogacar en Van der Poel te beantwoorden. In Oudenaarde sprintte Van Aert uiteindelijk naar plek vier.
“Een supersnelle en chaotische koers met een lange en zware finale”, zo omschrijft Van Aert de snelste editie uit de geschiedenis van de Ronde van Vlaanderen. “Het plan van de ploeg liep naar behoren, met de aanwezigheid van Nathan in de voorste regionen. Dat zorgde ervoor dat we zowel vooraan als vlak daarachter geen initiatief hoefden te nemen. Het werd wellicht iets sneller een man-tegen-mangevecht dan wij hoopten. Pogacar en Van der Poel bleken vandaag simpelweg sterker.”
"Ik vind het spijtig voor de ploeg dat ik het podium op een haar na mis"
De 28-jarige kopman van Team Jumbo-Visma ondervond in het slot van de koers dat het niet meer vanzelf ging, maar hij bleef vechten. “Realistisch gezien verloor ik de koers op de Kruisberg, maar ik weigerde mezelf erbij neer te leggen. Ik vind het spijtig voor de ploeg dat ik het podium op een haar na mis, want dat is hetgeen we op zijn minst verdienden. In de koers zijn het de benen die spreken. Vandaag moest ik mijn meerdere erkennen. Ik ben teleurgesteld, omdat ik naar hier kwam om te winnen. De vorm is niet slecht, maar daar koop ik nu niets voor. Ik moet dit alles nog even laten bezinken. Mijn felicitaties gaan uit naar Pogacar. Hij is de verdiende winnaar”, toont Van Aert zich sportief.
Van Hooydonck toonde in de absolute finale andermaal zijn sterke benen. “In de kopgroep heb ik geprobeerd om zoveel mogelijk krachten te sparen, zodat ik Wout in de finale maximaal kon bijstaan. Ik heb mezelf volledig gegeven om hem tot bij de voorsten te brengen. Het feit dat hij moest lossen op de Kruisberg was natuurlijk geen goed signaal. Vlak voordat we aansloten op de Oude Kwaremont heb ik hem moed ingesproken en gezegd dat de koers zeker nog niet gelopen was. Uiteindelijk sprint hij nog voor een podiumplaats, wat veelzeggend is voor zijn karakter. Helaas is ons doel voor vandaag niet geslaagd, maar we gaan nu zeker niet bij de pakken neerzitten”, vertelt de Belg.
"Ik heb mezelf volledig gegeven"
Ploegleider Arthur van Dongen geeft na afloop duiding aan het koersverloop. “We zaten goed in de wedstrijd. We kenden wat onfortuin met valpartijen van Tosh Van der Sande, Edoardo en Wout. Dat is balen, maar gelukkig had het geen invloed op de wedstrijd. Nathan glipte goed mee, waardoor we in een perfecte situatie zaten. Dat Wout vervolgens moet passen op de Kruisberg is bijzonder jammer. Tactiek heeft op dat moment nog maar weinig zin. Het zijn de benen die moeten spreken. We moeten reëel zijn en stellen dat anderen vandaag beter waren”, deduceert Van Dongen.