Van Agt en Veenhoven in de aanval in Omloop van het Hageland, maar topresultaat blijf uit
In de Omloop van het Hageland reden Van Agt en Veenhoven een dag in de aanval. Het Team Visma | Lease a Bike-duo kon uiteindelijk niet meestrijden voor de overwinning.
Daags na Omloop Het Nieuwsblad trok het vrouwenpeloton richting de Omloop van het Hageland. De rensters maakten zich op voor 135 kilometers over glooiende wegen in Vlaams-Brabant.
Na een afwachtende openingsfase wist een ruime groep, met daarbij Van Agt en Veenhoven, een voorsprong bij elkaar te rijden. Ook onder anderen Anna van der Breggen en Puck Pieterse maakten deel uit van de sterke kopgroep. Het peloton hield de leiders vervolgens kilometerslang binnen handbereik. In dat peloton kwam Carlijn Achtereekte ten val. De 35-jarige Nederlandse moest de wedstrijd verlaten en wordt verder onderzocht in het ziekenhuis.
Op zo’n tien kilometer van de streep brak de kopgroep in twee onder impuls van Van der Breggen. Zowel Van Agt als Veenhoven moesten de rol voorin lossen. Het Team Visma | Lease a Bike-duo werd kort daarna ingerekend door het peloton. De overgebleven vluchters streden uiteindelijk voor de zege. De winst was voor Femke Gerritse.
"Ik kijk tevreden terug op onze prestatie"
“Het ging hard vanaf de start”, blikt Veenhoven terug. “Daarna is de wedstrijd niet meer stilgevallen. We gingen met een ruime kopgroep de slotronde in, maar niet veel later trok Van der Breggen nog eens stevig door. Op dat moment moesten Eva en ik passen. Ik probeerde uiteindelijk nog een ereplaats te behalen in de sprint, maar ik was leeggereden. Het is jammer dat we niet konden meestrijden voor de zege, maar ik kijk tevreden terug op onze prestatie.”
“We hebben ons getoond vandaag”, reageert ploegleider Jan Boven na afloop. “We reden een prima wedstrijd als ploeg. Met Eva en Nienke hadden we twee rensters mee in de vroege vlucht, maar uiteindelijk bleken ze net niet sterk genoeg om de besten te kunnen volgen in de finale. Ik onthoud vooral dat we veel strijd hebben geleverd vandaag.”