Dylan Groenewegen heeft de Heistse Pijl gewonnen. De sprinter van Team LottoNL-Jumbo was in de Belgische wedstrijd de snelste in een sprint van een uitgedunde groep. Timo Roosen, Robert Wagner en Tom Van Asbroeck maakten onderdeel uit van de kopgroep die 1,5 kilometer voor de streep werd teruggepakt.

“Ik werd voor de laatste beklimming afgezet door de ploeg, waardoor ik de aansluiting kon maken met de eerste groep”, zei Dylan Groenewegen. “Ik kwam als vierde door de laatste bocht en ben met nog 250 meter te gaan begonnen met sprinten. Het is mooi dat ik het attente rijden van de ploeg op die manier kon afmaken. Het was een slopende koers met een kasseienklim die steeds meer pijn ging doen. Doordat er drie renners van ons in de kopgroep zaten, konden wij rustig aan doen en energie sparen.”

Team LottoNL-Jumbo liet zich voor die eindfase ook al veelvuldig zien. Paul Martens en Maarten Wynants reden in de beginfase van de wedstrijd aanvallend en Sep Vanmarcke zat lange tijd in een kopgroep van zes man. In de finale van de wedstrijd ontstond er een kopgroep van 13 renners met Timo Roosen, Robert Wagner en Tom Van Asbroeck erbij. Zij werden op de laatste beklimming van de dag ingerekend.

Plan A

“Soms loopt alles gewoon goed”, zei ploegleider Nico Verhoeven. “Dat was vandaag het geval. We hebben de hele dag met elke ontsnapping mee gezeten. Ons plan A was sprinten met Dylan, maar als die kopgroep vooruit was gebleven, had Tom Van Asbroeck het kunnen doen. Dylan heeft zich de hele dag afzijdig gehouden en is uiteindelijk afgezet aan de voet van het laatste klimmetje. Daardoor kon hij het afmaken in de sprint. Met nog 1,5 kilometer te gaan merkte hij al dat zijn band leeg liep, maar hij kon er nog net de finish mee halen. Een paar minuten na afloop, was zijn band helemaal leeg. Daar hebben we geluk mee gehad.”

“Vier kilometer voor het einde, reed ik hard door een gat in de weg”, bevestigde Groenewegen. “In de laatste 1,5 kilometer voelde ik inderdaad dat mijn band zacht was, maar hij was nog net hard genoeg om te sprinten.”