Roglic bekoopt inspanningen en verliest rode trui in Vuelta a España
Primoz Roglic heeft de rode leiderstrui moeten afstaan in de zesde etappe van de Vuelta a España. De kopman van Team Jumbo-Visma kampte op de top van de voorlaatste col met problemen bij het aandoen van zijn regenjack. Hij moest op de slotklim zijn inspanningen om de zaak recht te zetten vervolgens bekopen toen zijn rivalen hem aanvielen. Roglic verloor uiteindelijk een veertigtal seconden op Richard Carapaz, die de leiding overnam in het klassement. De Sloveen staat nu vierde op een halve minuut.
Tot vijfentwintig kilometer voor het einde leek er geen vuiltje aan de lucht voor Team Jumbo-Visma. De geel-zwarte formatie had een vroege vlucht onder controle. In de afdaling van de voorlaatste klim trok Ineos door op een voor Roglic ongelukkig moment en het peloton brak in stukken. Team Jumbo-Visma had zich laten verrassen, maar wist de scheve situatie voor de slotklim nog recht te trekken. Op de slotklim regende het aanvallen. Roglic moest daarbij zijn inspanningen om terug te keren bekopen, maar beperkte de schade.
“Vandaag verliep het niet zoals we gehoopt hadden,” aldus Roglic. “In de afdaling van de voorlaatste klim had ik problemen met mijn kleding, waardoor we wat te ver van achter zaten toen het peloton in stukken brak. We hebben alle zeilen moeten bijzetten om terug te keren. Dat is uiteindelijk gelukt, maar ik had op de slotklim weinig meer over om de aanvallen te pareren. We hebben alles gegeven. Soms win je de slag en soms verlies je een slag. Vandaag verloren wij die. De Vuelta is nog niet gedaan en we zullen blijven vechten tot in Madrid,” sprak Roglic strijdvaardig.
Ploegleider Grischa Niermann betreurde het voorval. “Dit was een grote vergissing van ons en had niet mogen gebeuren. We hebben als ploeg de situatie nog kunnen herstellen, maar meer dan dat zat er niet in vandaag. Dat is jammer. Vandaag was een slechte dag. De Vuelta is nog lang en nog verre van gespeeld. Er komen nog voldoende mogelijkheden en we blijven uiteraard vechten tot het eind.”