Topseizoen Van Aert eindigt met tweede plek in Ronde van Vlaanderen
Wout van Aert heeft een fantastisch seizoen afgesloten met de tweede plaats in de Ronde van Vlaanderen. De kopman van Team Jumbo-Visma was na zijn winst in Milaan-Sanremo half augustus dicht bij zijn tweede monumentale zege. De attractieve klassieker werd beslist in een sprint-a-deux, waarin Mathieu van der Poel echter nipt de snelste was.
Team Jumbo-Visma kan daarmee terugkijken op een geweldig klassiek seizoen. De formatie van manager Richard Plugge boekte topresultaten in alle verreden monumenten. Van Aert won Milaan-Sanremo, Primoz Roglic ging met de zege aan de haal in Luik-Bastenaken-Luik en George Bennett werd tweede in de Ronde van Lombardije. Daarnaast werd Strade Bianche door de 26-jarige Van Aert gewonnen. De Vlaming won verder onder meer de openingsrit in de Dauphiné en twee etappes in de Tour de France. Op het wereldkampioenschap greep hij de zilveren medaille in zowel de tijd- als de wegrit.
Van Aert gaf in Oudenaarde aan dat de drie sterkste renners uiteindelijk op kop kwamen. “Het was een grote inspanning om na de Taaienberg bij Van der Poel en Julian Alaphilippe aan te sluiten. Het was ongelukkig dat Julian viel. Ik hoop dat hij oké is.” De Nederlands kampioen en de Belgisch kampioen tijdrijden mochten vervolgens gaan uitmaken wie er met de zege aan de haal ging.
"We hebben de mensen thuis echt een groot spektakel bezorgd."
“Ik heb gekoerst zoals ik wilde en zoals ik graag koers”, zei een eerlijke Van Aert, die na een val op zijn reservefiets Vlaanderens Mooiste beëindigde. “Sommige details konden wellicht beter, maar ik ga geen excuses zoeken. In de sprint was Mathieu een heel klein beetje sterker. Die sprint ga ik vannacht nog wel een aantal keren terugzien. Ik wachtte misschien iets te lang met aan te gaan, want in de laatste meters kwam ik nog heel dichtbij. Het was een prachtige koers. We hebben de mensen thuis echt een groot spektakel bezorgd.”
Van Aert gaat nu een rustperiode in. “Ik baal wel dat er geen Parijs-Roubaix komt. Daar heb ik het oprecht moeilijk mee. Maar ik moet nu snel de trots laten overheersen. Het is niet vanzelfsprekend om voor zo’n lange tijd een topvorm te hebben. Na Strade Bianche ben ik de goede benen niet meer kwijt geweest.”