Van Emden: "Als ik op de fiets het verschil niet meer kan maken, dan houdt het op"
Net als Robert Gesink en Steven Kruijswijk heeft ook Jos van Emden zijn contract bij Team Jumbo-Visma met twee seizoenen verlengd. “Het voelt heerlijk om kopmannen als Primoz of Wout te mogen ondersteunen. Zolang ik nog van toegevoegde waarde kan zijn op de fiets, wil ik graag doorgaan met hetgeen ik nu doe.”
Jullie worden gezien als cultuurdragers van deze ploeg. Hoe voelt dat voor jou?
“Ik voel me een beetje een waakhond. De cultuurdragers houden in de gaten dat het allemaal een beetje normaal blijft, dat sommige dingen niet doorslaan. Ik denk dat we juist door normaal te blijven doen uiteindelijk zo ver zijn gekomen met deze ploeg.”
Hoe heb jij de manier van werken door de jaren heen zien veranderen?
“Er is in de afgelopen jaren natuurlijk echt heel veel veranderd. Het is een wereld van verschil. Veel meer prestatiegericht. Iedereen heeft een doel waar hij naartoe werkt. Een dergelijke benadering zou mij ook geholpen hebben in het begin van mijn carrière. Destijds werd gezegd: ‘Zorg maar dat je een goede winter draait’ en dan hoorde je het vervolgens wel als ze je nodig hadden. Je werd veel meer in het diepe gegooid. Een renner als ik moet altijd klaar zijn om zijn taak uit te voeren. Dat is wat anders dan bij Robert en Steven natuurlijk, die het als kopman hebben moeten doen. Het is fijn dat er naar de oudere renners geluisterd wordt vanuit de begeleiding. Het is fijn om te weten dat je inbreng hebt. Als renner moet je dan niet stug zijn, maar ook meedenkend.”
Heeft het feit dat je een cultuurdrager wordt genoemd, meegespeeld bij het verlengen van je contract?
“Ik hoop niet dat dat de hoofdreden is voor mijn verlenging, haha. Ik wil gewoon presteren en van toegevoegde waarde zijn. Ik zie het bewaken van de cultuur als een mooie bijkomstigheid. Ik wil het verschil maken op de fiets. Als dat niet meer kan, dan houdt het op. Als je daarnáást ook verschil kunt maken, dan is dat mooi meegenomen.”
Het vertrouwen dat je de komende twee jaar nog het verschil kunt maken op de fiets is groot.
“Ja, absoluut. Het niveau dat ik bijvoorbeeld haalde in Parijs-Nice is voor mij een bevestiging. Op die manier wil ik nog wel een aantal jaar door. Ik zie wel dat het tijdrijden naar een hoger plan is getild door de komst van een nieuwe generatie. Ik wil nog steeds met dezelfde benadering een tijdrit in gaan, maar de druk is er wel af. Ik pak iedere tijdrit nog steeds aan om een zo goed mogelijk resultaat te rijden, maar de kans dat je die mannen nog verslaat is een stukje kleiner.”
Haal je veel motivatie uit het rijden voor het hogere doel van de ploeg?
“Ja, zeker! Mannen als Primoz Roglic en Wout van Aert zorgen ervoor dat je hongerig blijft. Ook de komst van Tony Martin drie jaar geleden heeft er voor mij voor gezorgd dat ik beter ben geworden als ondersteunende renner. Hij is niet specifiek met mij bezig geweest, maar hij heeft mij laten inzien op welk vlak ik nog zou kunnen verbeteren en dat heb ik denk ik ook gedaan. Ik ben toch een jongen die vaak dezelfde rol heeft als Tony en de leiding moet pakken op bepaalde momenten. Dat voelt goed.”
"Primoz en Wout zijn de twee beste kopmannen waar ik ooit voor gereden heb."
Team Jumbo-Visma eindigde 2020 als beste ploeg in de World Tour. Wat brengt dat met zich mee?
“Vooral veel verantwoordelijkheid. Dat vind ik eigenlijk wel heel mooi. Daar gaan we lekker mee door. Primoz en Wout zijn twee supermannen om voor te werken. Ik wil niemand tekortdoen, maar dat zijn de twee beste kopmannen waar ik ooit voor gereden heb. Zowel op fysiek als op persoonlijk gebied.”
Iedereen weet dat ze momenteel bij de beste vijf renners ter wereld horen, maar jij bestrijkt het over de laatste vijftien jaar?
“Ja. Fysiek behoren ze tot de besten, maar als kopman zijn ze ook heel fijn om voor te werken. Ze zijn dankbaar, duidelijk en ze maken het werk van de knechten vaak af. Dat maakt het natuurlijk ook mooi. Als je na de rit aan tafel zit, dan etaleren zij zich niet als de kopman maar gewoon als Primoz of Wout, hetzelfde als ieder ander. Ze zijn gewoon net als alle andere renners. Natuurlijk mag er verschil in hiërarchie zijn, maar op zo’n moment is het fijn dat ze gewoon hetzelfde zijn. Ik vind dat prettig en dat hoort ook wel een beetje bij cultuur bewaken. In de basis moet iedereen normaal zijn. Je moet er met zijn allen hard voor werken. Zonder elkaar ga je het niet redden.”